Posts

Twintig mannen

 ronken de twintig mannen,  gekomen om te kijken, het kamp op fluisterhoogte, twintig mannen mannen drie drie in het kamp twee dagen drie weken, om te kijken maandag op maandag in haar duster het plan op schoot en twintig, twintig mannen een bom, een gewone gewone bom, die van het zwembad

Het is toch een prachtig

 pad, zo steil zonder voorbehoedsmiddelen aan de voeten mijn herkomst ligt daar beneden, onder alles eigenlijk ik praat er niet over zeker niet hier hier gaat het over andere zaken hoe prachtig toch dat gangetje die hang naar rechts sluitwerk, onderschat dat niet het geluk wacht er op dat landschap in wolken los en zacht naar een laatste compositie

Eigenlijk ongewassen

 rent het  figuur hangt een elegant oortje, oor met lang gewonden peristoomtanden op dijken, tsss… blikken blikt het schaapjesvolk met zwarte kopjes terecht iedere ieder ieders woord languit op het kapok gevonden, kijk ik wis het voor het zelf geslepen klanken vergif voor onnozelen, gerepte platvloerse  pakken in oeraard samen, gaart dit uur, woord voor eigen woord riekt naar grote grote grote wijsheid

De reis gewapend

 Het ziet u blind, het is  het tast langs lampionnen rollen de stenen, gerekend een zachte stad verdacht ruikt als een dal. Steelt. Steel een spiegelbeeld en rap rapt waadt het water..water? Hellend, water wordt zoet zoeter zoeter zuur in lichtloos groen stijgt steigert tijgert met onontgonnen vingers berg op, schip, zicht u kent het ik, zee ligt licht licht licht Hoor! Ontzicht  de sommige wapens als nacht

Finale…als voorspel

In de taal, zijn roze pauzes gelijk  de gepunte haken , de onzekere datering liet zijn jas van factoren in een sprinter, tal van wildste appel bloesem: het mossigste! Zelfs! Wij weten de woorden en dat is het, knikkend  in ons hemd, spreekt!  vast in de jouwe te drogen, het mijne gaffelt aan de elementen